Een prestatie bestaat uit volgende onderdelen: 


Norm: De doelstelling na het uitwerken van de prestatie wordt telkens algemeen geformuleerd. Op die manier is ze voor elke organisatie van toepassing. Een organisatie mag ze uiteraard zelf nog meer definiëren en vastleggen wat een bepaalde prestatie voor hen betekent. Onze norm bevat de minimumvereiste vanuit Menso. 

 

Activiteiten vormen een kapstok om aan te geven welke aspecten van belang zijn voor de prestatie. Reflecteren over deze aspecten en ermee op pad gaan, rekening houdend met de verschillende actoren, helpt een organisatie om de normen te bereiken. Bij de activiteiten worden bewust geen methodieken, technieken of indicatoren meegegeven. Je bepaalt als organisatie zelf welke indicatoren je meet bij een prestatie, welke methodes je gebruikt of op welke hulpmiddelen je een beroep doet. De activiteiten vormen de basis voor het kwaliteitslabel. 

 

Reflectievragen: Per prestatie zijn ook een aantal reflectievragen opgesteld. Bedoeling? De activiteiten bij de prestaties zo concreet mogelijk  maken. Ze zorgen voor inspiratie en reflectie om de activiteiten toe te passen binnen jouw organisatie. Eventueel met voorbeelden van tools, hulpmiddelen en/of methodieken, maar volledig vrijblijvend. 

 

Relatie met andere prestaties: Werk je aan een bepaalde prestatie, dan kijk je ook best naar een gerelateerde prestatie. Want een of meerdere activiteiten sluiten wellicht aan. Het loont zeker de moeite om de verschillende gerelateerde prestaties naast elkaar te leggen. Op die manier reflecteren medewerkers dieper over bepaalde onderwerpen.